Kenmerken van beelddenkers:

  • Nemen waar met al hun zintuigen. Geluid, beeld, gevoel, geur en herinnering zorgen voor een film die als het ware in het hoofd vertoond wordt.
  • Zien vaak plaatjes en hebben moeite om snel het juiste woord bij het plaatje te vinden. Dit kan ook gelden voor getallen. 
  • Komt dit zinnetje bekend voor? ‘Eh, dinges, je weet wel’. En deze uitspraak gaat vaak gepaard met gebaren.
  • Luisteren is lastig, dit is niet hun sterkste kant. De kreet ‘waarom luister je nooit’ is bijna een wanhoopskreet van de ander. Maar bedenk dat het onmacht is van de beelddenker, geen onwil. Een opdracht mondeling laten herhalen, ondersteunt het onthouden van die opdracht.
  • Ouders worden nogal eens radeloos van het feit dat beelddenkende kinderen opdrachten snel lijken te vergeten. Meerdere opdrachten tegelijk geven en onthouden is lastig voor hen. Het helpt om opdrachten te ‘spreiden’.
  • Beelddenkers kunnen objecten van verschillende kanten bekijken. Iemand die geen beelddenker is kan zich dit overigens bijna niet voorstellen. Bij het woord ‘tafel’ ziet de beelddenker een plaatje van een tafel. Een tafel die, hoe je hem ook neerzet, zelfs ondersteboven, is een tafel. Maar letters en klanken laten zich niet eenvoudig ‘op de kop zetten’ of krijgen dan zelfs een andere betekenis. Daarom geeft het leren van letters en klanken vaak problemen. Een letter b is omgedraaid een d, op zijn kop een p en weer gedraaid een q. En wat te denken van de cijfers? Die kunnen op een verkeerde manier geschreven worden: 16 is ‘zomaar’ 61. Lastig om te onthouden als het allemaal zo op elkaar lijkt.
  • Op school zijn beelddenkers nogal eens met andere dingen bezig of kijken naar buiten. Ze zijn snel afgeleid. Ze kenmerken zich geregeld door afwezig gedrag.
  • Kunnen meestal erg goed puzzelen en houden van spelen met constructiespeelgoed.
  • Hebben in de regel een zeer levendige fantasie.
  • Doen vaak eerst voordat ze (na)denken.
  • Zijn gevoelig voor kritiek en zijn in meer of mindere mate perfectionistisch te noemen.
  • Kunnen zich gebeurtenissen zeer gedetailleerd herinneren, zelfs van lang geleden.
  • Leren door zien, doen en ervaren.
  • Taken worden beter uitgevoerd als iemand ze heeft voorgedaan. Je hoort dan vaak:  ‘O, is dat de bedoeling!’
  • Vaak chaotisch, druk in het hoofd.
  • Het aanbrengen van structuur kost moeite en hulp is hierbij gewenst of nodig.
  • De overgang naar de middelbare school is vaak, zeker in de eerste paar weken, erg lastig. 
  • Op de basisschool zijn er nogal eens problemen in groep 3 waar het kind veelbelovend start maar dan ineens niet meer verder lijkt te komen. Voor ouders een raadsel want op school ziet de leerkracht de potentie van het kind maar die lijkt er niet uit te komen.
  • Beelddenken is een snelle wijze van denken. 
  • Beelddenkers zijn wijs, creatief, fantasierijk en leergierig.

 

Beelddenken is geen stoornis of mankement maar een verworvenheid.
Het is een gave, geen probleem!